Onderzoek brengt stikstofneerslag op de Utrechtse Heuvelrug in kaart

De Utrechtse Heuvelrug maakt deel uit van een groter meetnetwerk naar stikstofneerslag, opgezet door de Universiteit Utrecht. Op de Utrechtse Heuvelrug zijn vijf onderzoekslocaties gerealiseerd, waaronder op landgoed Den Treek en terreinen van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Gedurende twee jaar worden hier metingen verricht om de verspreiding van stikstof in het Nationaal Park in kaart te brengen, dankzij de ondersteuning van de Onderzoeks- en Onderwijshub Utrechtse Heuvelrug.

Doorvalmetingen van stikstof (foto: Bas Niemans)

Bij stikstofdepositie komt stikstof uit uitlaatgassen en landbouw in de lucht terecht en daalt het uiteindelijk neer op bodem, plant en water. In de natuurgebieden van de Utrechtse Heuvelrug, die grenzen aan stedelijk en agrarisch gebied en worden doorsneden door (grote) wegen, is de invloed van atmosferische stikstofdepositie groot, terwijl er nog weinig depositiemetingen worden uitgevoerd. Dit onderzoeksproject heeft als doel beter te begrijpen hoe stikstof uit de lucht op verschillende plekken terechtkomt en hoe dit in de loop van de tijd verandert. De resultaten van dit onderzoek dragen bij aan het verbeteren van modellen die voorspellen hoe stikstof zich verspreidt. Deze kennis kan beleidsmakers helpen bij het nemen van gerichte maatregelen om de stikstofuitstoot te verminderen. Voor dit onderzoek is een stikstofdepositie meetnet opgezet. Naast twintig meetlocaties op de Veluwe zijn er vijf locaties op de Utrechtse Heuvelrug, waaronder op landgoed Den Treek en terreinen van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.

Binnen meetlocaties in het bos  wordt regenwater onder het bladerdak en langs boomstammen opgevangen om inzicht te krijgen in welk deel van de totale stikstofneerslag via bomen de grond in komt. In het open veld bij het bos staan speciale meetinstrumenten (bulkvangers en wet-only vangers) om te onderzoeken hoeveel stikstof er in het regenwater zit. Daarnaast worden daar ook de hoeveelheden ammoniak (NH₃) en stikstofdioxide (NO₂) in de lucht gemeten. De depositiemetingen worden gedurende twee jaar uitgevoerd, waarbij het regenwater elke twee weken wordt verzameld.

Wet-only vanger (foto: Bas Niemans)
Bulkvangers in het open veld (foto: Bas Niemans)

Daarnaast is er een koppeling gemaakt met het onderzoek naar klimaatslim bosbeheer dat is opgezet in een samenwerking tussen de UU en Staatsbosbeheer en de stichting Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, waarin o.a. onderzocht wordt wat de invloed is van stikstof in de bodem op de groei van de bomen in het gebied.  De gezamenlijke wens is om de stikstofmetingen zoals beschreven in dit artikel aan deze bodem- en groeidata te koppelen.

Bovenstaand onderzoek in het Nationaal Park wordt gefaciliteerd door de Onderzoeks- en Onderwijshub Utrechtse Heuvelrug. Binnen deze hub werken wetenschappers, studenten en stakeholders aan relevante vraagstukken uit de onderzoeksagenda van Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, om zo bij te dragen aan de bescherming, het behoud en de ontwikkeling van natuur, landschap en erfgoed.