De Utrechtse Heuvelrug is na de Veluwe het grootste aaneengesloten bosgebied in Nederland. Daar mogen we te paard maar mooi van genieten! Dit gebied hebben we dankzij een zandgrond met heuvels en diverse soorten bebossing. Maar ook veel grind in de grond. Of zijn het toch keien?
Schuivende ijsmassa
In de voorlaatste ijsttijd heeft de toen schuivende massa ijs veel zwerfkeien uit Scandinavië meegenomen. Door de duwende massa is de Utrechtse Heuvelrug ontstaan, want de bodem werd omhoog gestuwd en vormde een zandrug van 50 kilometer lang in het landschap. Op deze zandige heuvels ontstonden bossen.
De Utrechtse Heuvelrug heeft meerdere toppen boven de 50 meter, waarvan de bekendste voor ruiters en menners de Amerongse Berg is. Deze berg van zeker 69 meter ligt op knooppunt 109 in het Amerongse Bos.
Smeltwater en zand
Hoe kan het dan dat de ene kant van de heuvelrug veel steiler of droger/zanderiger is als de andere kant? Door het afzetten en eroderen van grond door smeltwaterstromen en later door harde wind die zand afzette. Dat gebeurde bijvoorbeeld in het gebied van Den Treek, waar het zanderig (en de paden dus droger).
Zonder de ijsstijd geen Utrechtse Heuvelrug dus, en geen mooie heuvelachtige paden. Maar wel met keien. Af en toe zit er een exemplaar bij die je te paard beter kan ontwijken, zo groot.
Zwerfkeien
Een mooi voorbeeld van zwerfkeien is de kei in Amersfoort. Een rijke inwoner van Amersfoort, Everard Meyster, heeft er in 1661 voor gezorgd dat een kei vanaf de stuwwal de stad in is gerold. In ruil voor veel bier is men aan de slag gegaan.
Na enkele jaren schaamde men zich wel voor deze ludieke actie, en werd de kei begraven. In 1903 is de Kei weer bovengronds gekomen en sinds 1932 staat de Kei aan de Stadsring. Door dit verhaal heeft Amersfoort nu de geuzennaam Keienstad.
Ook Doorn is eigenaar van zijn eigen kei op sokkel sinds 1935, de Doornse Kei (zie foto hierboven). Dit was vroeger een publiekstrekker waarvoor betaald werd om te bekijken. Ook Leersum, Rhenen, Soest en Hilversum hebben ieder hun eigen grote kei.
Het Zwerfstenen Eiland te Maarn heeft een mooie collectie staan. Deze kwamen bovengronds toen de zandafgraving in opdracht van de Nederlandse Spoorwegen plaats vond. Het zand werd gebruikt voor de aanleg van spoorbanen.
Zo is ook Kwintelooijen ontstaan, als zandafgraving. De naam Kwintelooijen is afgeleid van de families Kwint en Looijen die samen een twee onder een kap woning hadden aan de Oude Veensegrindweg.
Onderdeel van de Utrechtse Heuvelrug
Ik heb ze liever op een sokkel in plaats van onder de voeten van mijn paard zou je denken. Want doordat de toplaag van zand wegspoelt, zit je soms op de laag met keien. De keien horen echter bij de geschiedenis van de Utrechtse Heuvelrug en zitten in de grond.
Door onderhoud kan erosie worden voorkomen of hersteld, waardoor je geen last van de keien hoeft te hebben. Helemaal weg gaan ze echter niet, ze maken deel uit van ‘onze’ Utrechtse Heuvelrug.