Landgoed Pijnenburg beslaat ruim 350 hectare bos en natuur en vindt zijn oorsprong in 1650. Al sinds de 14e eeuw was de naam Pijnenborgh voor deze locatie bekend. Sinds 1860 is het landgoed eigendom van de familie Insinger. Het huidige beheer is in handen van de zesde generatie. De vijfde generatie bewoont het Huis Pijnenburg, dat een beschermd rijksmonument is en omgeven wordt door een park, dat een groen rijksmonument is.
Door: Marjolein van Unen
De huidige landgoedeigenaar Per Insinger vertelt: “Misschien ken je het landgoed van een uitje naar de Lage Vuursche. De bossen van Pijnenburg liggen aan de oostzijde van het dorp. Deze prachtige bossen zijn het drukstbezochte recreatiegebied van de provincie Utrecht. Wellicht ken je Pijnenburg ook van het Klimbos Lage Vuursche of het Theehuis ’t Hooge Erf. Hier bevinden zich twee enorme parkeerplaatsen, waar je gemakkelijk je trailer kunt parkeren om met je paard over de ruiterroutes door de mooie bossen te rijden. Het landgoed is opengesteld voor wandelaars en er liggen behalve ruiterroutes, ook routes voor MTB-ers en wandelroutes voor wandelaars.”
“Er lopen diverse mooie zandpaden over het landgoed waar je met het Ruitervignet UH gebruik van kunt maken. De vele ruiterroutes zijn zodanig aangelegd dat ze zo min mogelijk kruisen met andere routes. Er zijn, gezien de drukte, geen paden voor menners beschikbaar. Vanuit het Theehuis ’t Hooge Erf (parkeren rechtsachter het gebouw) kun je te paard nagenoeg alle routes in de omgeving bereiken.”
Paarden op het landgoed
De familie Insinger heeft geen traditie in de ruitersport anders dan van louter recreatieve aard, maar zij dragen de hippische sport een bijzonder warm hart toe.
“Al vanaf heb begin van het landgoed in 1650 zijn er altijd paarden geweest. Ze werden eerst ingezet om te werken op het landgoed, om rijtuigen naar de stad te trekken, de ploeg te trekken op de akkers of om bomen uit het bos te slepen.
Bij het Huis Pijnenburg stond altijd een koetshuis, waar paarden en koetsen werden gestald en waar de koetsier bovenin het gebouw woonde. Tegenwoordig worden de stallen gebruikt voor het opslaan van bosmachines en tractoren. Paarden hebben altijd een belangrijke rol op het landgoed gespeeld, en tegenwoordig maakt de ruitersport daar uiteraard ook deel van uit.”
Ruiterroutes verbinden
“Toen wij de ruiterroute aanlegden, was er eigenlijk alleen maar één route over het landgoed. Dat was niet zo heel veel route. Het landgoed gaf eigen ruiterpenningen uit. Met die opbrengsten konden wij de paden net kostendekkend onderhouden. Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug (NPUH) heeft ons gevraagd mee te doen aan het ruitervignet en het netwerk over het gehele Nationale Park.
Het mooie was dat je deze kon gaan verbinden en dat het landgoed een schakel werd werd tussen Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de bossen van de gemeente Soest. Zodat uiteindelijk al die kilometers met elkaar werden verbonden. Onze ruiterroute is echter alleen voor te paard; menners zijn niet onze doelgroep en mennen op onze ruiterroutes is dan ook niet toegestaan.
Een nieuw vignet, daar moeten de ruiters misschien nog aan wennen. De landgoedeigenaren vinden het Ruitervignet UH een uitkomst voor de ruiters. Voor het landgoed Pijnenburg levert het beschikbaar stellen van de ruiterroutes verder niets op, anders dan dat wij hopen te kunnen rekenen op goodwill en sympathie van gebruikers en overheden.
Wat voor ons wel belangrijk is, is dat het vignet ontzorgt. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt met de Provincie en het NPUH. Zij zorgen voor de begaanbaarheid van de paden, zij snoeien en verwijderen omgevallen bomen en afgebroken takken. En last but not least: door het vignet is de aansprakelijkheid en boomveiligheid geregeld. Zij zijn aansprakelijk als het toch mis mocht gaan. Zonder deze afspraken zouden wij de ruiterpaden hebben moeten afsluiten, omdat de wettelijke aansprakelijkheid op een landgoed als Pijnenburg zou drukken. Dus zonder het Ruitervignet UH zouden de ruiterpaden op landgoed Pijnenburg zijn verdwenen, tegen onze wil in.”
Leuke plekjes
“Vanaf Theehuis ’t Hooge Erf, richting Kasteel Drakenstein, zie je langs de Hoge Vuurscheweg diverse grafheuvels. Vier stuks, waarvan één op het terrein van het landgoed. Je zal geen bordje zien, maar het is een duidelijk herkenbare, omgekeerde soepkom midden in het bos, zonder begroeiing. Dit is een rijksmonument.
In de omgeving van Pijnenburg rijden impliceert dat je in de buurt bent van zes historische buitenplaatsen in de gemeente Baarn: Paleis Soestdijk, Klein Drakenstein, Kasteel Drakenstein, Kasteel Groeneveld, Kasteel de Hoge Vuursche en Buitenplaats Pijnenburg. Daarom wordt de gemeente Baarn ook wel ‘Vorstelijk Baarn’ genoemd.”
Honden uitlaten
“Op het landgoed zijn verschillende omheinde uitlaatgebieden voor honden. Om zowel de ruiters als de professionele uitlaatservices tegemoet te komen, heeft Pijnenburg een drietal omheinde uitlaatterreinen gecreëerd. Hierbinnen kunnen de honden vrij rondlopen, tegen betaling. Dit zorgt ervoor dat er minder conflicten tussen loslopende honden en paarden op Pijnenburg zijn. Dit merkten we na het creëren van deze terreinen. Op de rest van het landgoed is het verplicht om honden aangelijnd te hebben.”
“Theehuis ’t Hoge Erf En het is al eerder genoemd, maar Theehuis ’t Hoge Erf heeft een befaamde Paardenbar. Voor het restaurant is er de mogelijkheid om je paard vast te zetten en zelf van een lunch of een drankje genieten. Wil je bij ons op bezoek komen met je paardentrailer, dan is er op de ruime parkeerplaats rechtsachter het Theehuis een apart gedeelte voor trailers. Het ruiterpad steekt hier de parkeerplaats over, dus je zit zo op het pad. Het pad vanaf het Theehuis naar de Zwarte Weg, knooppunt 55 naar 54, loopt door een bos van varens. In het seizoen staan de varens zo hoog als je paard, wat een aparte ervaring geeft.”
Gebruikersgroepen
“Mountainbikers hebben we hier veel. Het landgoed vind dat mountainbikers en paarden slecht samengaan op de smallere paden in het bos, dus hebben we veel gedaan om conflicterende kruispunten te minimaliseren. Het zou kunnen dat het op andere landgoederen minder lastig is. Het blijft oppassen en rekening houden met elkaar.
In 2019 heeft het NIPO een telling gedaan, toen waren er 2,25 miljoen recreatiebewegingen per jaar in de Vuursche. En na de coronaperiode is dit aantal nog toegenomen, de schatting is nu 3,5 miljoen. Wij zoneren ook en hebben geprobeerd om alle bezoekerscategorieën te bedienen. De mountainbikers en fietsers, de mensen met honden, de wandelaars en de ruiters. Een ieder proberen we te faciliteren maar wel te scheiden zodat zij prettig kunnen recreëren op het landgoed.
Wel dient men rekening met elkaar te houden en zeker ook met de natuur, want het is een erg druk gebied. Juist vanwege die drukte is er een terrein tussen Paleis Soestdijk en Den Dolder dat alleen is opengesteld voor wandelaars, geen fietsers, geen ruiters of mountainbikers. Dat is een rustgebied.”