Landgoed Maarsbergen omvat ruim 400 hectare bos, natuur en landbouwgrond en vind zijn oorsprong in 1100. Sinds 1882 is het eigendom van de familie Godin de Beaufort. Het huidig beheer is in handen van de vierde generatie, die het Huis Maarsbergen op het landgoed bewoont.
Misschien ken je het landgoed wel van de eventing wedstrijden zoals de jaarlijkse Maarsbergen Horse Trials of het NK Jachtpaarden. Het landgoed heeft voor het publiek afgesloten eventing terrein liggen, maar wedstrijden gaan ook over opengestelde delen van het landgoed. Of wellicht ken je het landgoed van de tv opnames van Heel Holland Bakt of Liefde voor het Landgoed.
En lopen diverse mooie zandpaden over het landgoed waar je met het Ruitervignet UH gebruik van kan maken. En daardoor is er een verbindende route vanaf Dartheuvel en het Leersumse Veld (Leersum) en de Doornse Bossen.
Willemina van der Goes – Petter is zelf een internationaal startende eventingruiter en kasteelvrouwe. In 2021 heeft ze een droom mogen verwezenlijken: starten op de Military Boekelo. De paarden staan gestald op het landgoed. Paardrijden zit dus in haar bloed en is haar passie.
Er zijn altijd paarden geweest
Willemina: “Waarom het landgoed is opengesteld? Dat is met de oprichting van het nationaal park ontstaan. Je kon toen aanspraak maken op subsidies. Ik heb diverse projecten ingediend waaronder die voor het aanleggen van een ruiterroute. Dus paden maken, bewijzering. En dat lukte – wat ik heel leuk vind want ik ben zelf paardengek. Ik heb mijn hele leven al paarden.
Sinds het begin van het landgoed in 1882 zijn er altijd paarden geweest. Ze werden eerst ingezet om te werken op het landgoed, om rijtuigen te trekken naar de stad bijvoorbeeld of op het bos en op het land. Nu zijn dezelfde stallen in gebruik voor mijn sportpaarden. Paarden hebben altijd een belangrijke rol op het landgoed gespeeld en ik vond de ruiterroute een mooi project.”
Ruiterroutes verbinden
“Toen wij de ruiterroute aanlegden, was het eigenlijk alleen maar een route over het landgoed zelf. Dat was niet zo heel veel route. Het mooie was dat je deze kon gaan verbinden, dat het landgoed een schakel werd tussen Natuurmonumenten in het westen en Staatsbosbeheer in het oosten. Zodat uiteindelijk al die kilometers met elkaar werden verbonden. Mijn ruiterroute is alleen voor te paard, mennen is niet onze doelgroep en het is geen route die makkelijk is voor alle menners.
Een vignet, daar moeten de ruiters blijkbaar aan wennen. Ik vind het Ruitervignet UH een afgeleide van Den Treek. Den Treek heeft natuurlijk een eigen penning en een prachtige uitgestrekte route over het landgoed alleen. En wij (noot: de andere eigenaren met kleinere terreinen) moeten het met elkaar doen.
En dan moeten de ruiters er nog aan wennen dat er, omdat je zo’n prachtige route over de Heuvelrug kan doen, aan bijgedragen moet worden. Voor mij zelf levert het vignet niet veel op, maar het belangrijkste is dat het ontzorgt. Door het vignet is de aansprakelijkheid geregeld, wordt het snoeien gedaan en er worden omgevallen bomen verwijderd.”
Halve rondje Maarn
“Over leuke plekjes: We doen vaak voor de training het ‘halve rondje Maarn’. Dan gaan we de Buurtsteeg op vanaf het landgoed, langs de heide door het bos naar de Maarnse Grindweg. En dan de verharde Maarnse Grindweg terug volgen. Ik vind dit zelf een hele mooie route omdat het qua bodem afwisselend is; je hebt half verhard, bosgrond en verhard. Dat is specifiek iets wat voor sportpaarden belangrijk is. De afstand is precies goed, een half uurtje, stappen draven.
En ik vind het heideterrein altijd een hele mooie plek, omdat ik daar altijd een blik op werp om te zien hoe het met de heide gaat. Is er effect te zien van de maatregelen die we vorig jaar hebben getrokken, bloeit hij dit jaar wel of beter, hoe staan de geklepelde stukken erbij, ligt er nog vuilnis, hoe staat het bankje erbij of moet dat onderhouden worden.”
Paarden hebben voorrang
“Ik ervaar zelf niet zoveel problemen met andere gebruikers. Ik denk dat het duidelijk is dat de paden die ik voor het galopperen gebruik, dat de paarden daar voorrang hebben. En ik ga er vanuit dat de andere mensen, tenminste degenen die ik tegenkom en zich op de ruiterroute bevinden en dat zijn voornamelijk wandelaars, zich heel goed realiseren dat op het ruiterpad de ruiter voorrang heeft. En ik denk dat dat een goede zaak is en duidelijkheid geeft.
Mountainbikers hebben we hier gelukkig niet veel meer, ik vind mountainbikers en paarden slecht samen gaan op de smallere paden in het bos, maar dat hebben we hier dus niet. Ik kan me voorstellen dat het op andere landgoederen op andere plekken wel lastig is, maar bij ons niet (het landgoed is niet opengesteld voor mountainbikers).”